De beklimming
Met een jeep kun je een hoogte bereiken van 4700 m, vandaar is het met jaks circa 6 uur lopen naar het basiskamp van Gurla Mandhata, dat met 5650 m extreem hoog ligt. We beklimmen de berg via de normaalroute; vanaf de noord-west kant via de gigantische Chaglung M. gletsjer. De randspleet (het begin van de gletsjer) ligt op 7550 m pal onder de top.
We gaan uit van twee hoogtekampen: kamp 1 op 6350 m en kamp 2 (tijdens de topronde) op ca. 7000 m. Kamp 1 ligt op een kleine col. Dit is een ware windtunnel, maar het is de enige geschikte plek. Vanaf kamp 1 gaat de route omhoog door de gletsjerflank, met prachtig uitzicht op de Mount Kailash en het Manasarovar meer in het noorden. Boven kamp 2 ga je verder door de flank, die zo groots is, dat het schijnbaar moeilijk oriënteren is.
Bij de voorbereiding op de route hebben we waardevolle informatie ontvangen van Stefan Fritsche, die in het najaar van 2013 een poging deed en van Andreas Sippel, die in mei 2002 een Duits team naar de top leidde.
Sippel schreef: ‘Crevasses are all over, we went roped up all way above C1. After 10 years I don’t know about crevasse situation, but I think there is enough space everywhere to detour. Dimensions of the mountain are more like an 8000 m peak.’
De bottleneck van de beklimming zit in het laatste stuk: een grote spleet op 7450 m en dan 100 meter hoger de randspleet. Daarna volgt het technische lastigste stuk van de beklimming: een couloir van ruim 100 meter, 60°, derdegraads terrein. In het voorjaar zijn mixed condities (sneeuw, ijs, rots) te verwachten. Om het couloir te vinden, is goed zicht noodzakelijk. Eenmaal op de graat is het nog een kwartier doorklimmen naar de top op 7694 meter.
Sorry, the comment form is closed at this time.